Nunchaku do is een gevechtssport met de nunchaku, twee stokken door middel van een touw of ketting met elkaar verbonden. De oorsprong van deze martial art is niet exact bekend. Waarschijnlijk was de nunchaku oorspronkelijk een landbouwwerktuig dat werd gebruikt in het China van de 13de en 14de eeuw. De martial arts is naar alle waarschijnlijkheid in China ontstaan en in Japan doorontwikkeld. De sport telt vier onderdelen: de Kumite (één tegen één gevecht), Freestyle (showelement), de Kata (bepaalde serie technieken) en Jutsu (zelfverdediging).
Kumite
Dit is het onderdeel waarbij men een één tegen één gevecht levert met de nunchaku. Het doel is niet om elkaar k.o. te slaan maar om de tegenstander op bepaalde plaatsen te raken met de juiste techniek. Men heeft allebei een helm en een toque op/om. Punten maakt men door elkaar te raken, dat mag op alle plaatsen, behalve onder de knie, in het kruis en op de nek/hals. Op het hoofd is het toegelaten aangezien men een helm opheeft.
Voordat men probeert te scoren is het noodzakelijk om twee overpakkingen te maken. Dat wil zeggen dat men twee keer van hand moet wisselen. Hiervoor zijn verscheidene manieren, en geregeld worden er nieuwe uitgevonden die zelfs de uitvinders van Nunchaku niet voor mogelijk zouden hebben gehouden. Variatie in de overpakkingen is nodig, anders wordt men bestraft met een half punt tegen, chui. Een chui wordt ook gegeven als men buiten de mat komt of te hard slaat. De wedstrijden duren twee-en-een-halve minuut of tot dat er iemand zes punten heeft. Eén punt heet een Waza-Ari, en krijgt men voor een bijna technisch volledig goed uitgevoerde score. Een ippon telt voor twee punten, men krijgt een ippon als men een technisch moeilijk uit te voeren techniek met succes uitvoert of als men:
- De ander ontwapent
- De ander zijn wapen laat vallen
- Een goeie block-counter maakt
Block-Counter
Een aanval wordt niet altijd beloond met een Waza-Ari, de slag kan te hard zijn, worden ontweken of worden geblockt. Bij een block neem je de twee uiteinden van de nunchaku vast en probeert men de aanval van de andere af te weren. Bij een succesvolle block mag men onmiddellijk counteren en een nieuwe aanval inzetten. Hiervoor zijn geen twee overpakking noodzakelijk als men de counter binnen de seconde maakt. Bij een succesvolle block-counter wordt een ippon gegeven.
Freestyle
Een freestyle duurt 1 of 2 minuten, waarbij men niet gebonden is aan een te volgen serie technieken. Het gaat vooral om zoveel mogelijk ‘show’ te geven door de technieken met de nunchaku’s perfect te beheersen. De jury velt haar oordeel op basis van de snelheid, het ritme, gebruik van twee nunchaku’s enz.
Kata
Kata’s zijn series technieken die in een precieze volgorde achter elkaar moeten worden afgewikkeld. Deze bestaan in bijna alle gevechtssporten. Het gaat er hierbij om dat je de overpakkingen mooi en correct uitvoert, dat je de nunchaku niet laat vallen en dat je het op een goede snelheid doet. De jury geeft hiervoor een beoordeling.
Nunchaku-jutsu
Nunchaku-jutsu is de zelfverdedigingskunst met de nunchaku, en concentreert zich op het meer realistischer gebruik van de nunchaku. Men leert zichzelf verdedigen met de nunchaku tegen aanvallen van andere wapens zoals; stokken, messen, zwaarden, stoten en trappen. Deze stijl is ontworpen door mensen met jiu-jitsu achtergrond.
Chui’s en Keikoku’s
Een chui is een straf, onder de vorm van een half punt tegen. Men krijgt een chui voor:
- Te weinig variatie in je overpakkingen
- Te hard slaan
- 2 keer buiten de wedstrijdruimte komen
Bij een tweede fout krijgt men Keikoku, een Waza-Ari tegen. Bij een derde fout een Keikoku 2, een ippon tegen. Na een vierde fout word je gediskwalificeerd.