Sanda is de sportieve kant van san shou, waarbij er strikte regels gelden ten aanzien van de technieken die mogen worden toegepast. Het wordt ook wel Chinees kickboksen genoemd. San shou is een vorm van Chinese zelfverdedigingskunst en vechtsport. Het bestaat uit het vrije gevecht (free-fighting) en bevat diverse onderdelen van stijlen binnen het wushu.
Oorsprong van Sanda
San shou is in de zestiger jaren van de twintigste eeuw in opdracht van de Chinese overheid ontwikkeld door het Chinese leger. Dit in navolging van hun ervaringen tijdens de Koreaanse oorlog. Hierbij werden diverse traditionele stijlen bestudeerd, en werd hieruit een keuze gemaakt, gecombineerd met moderne inzichten. Men kan het dan ook zien als een moderne vorm van wushu, waarin men heeft gepoogd de essentie van diverse traditionele stijlen te combineren. Als ongewapende zelfverdedigingskunst is san shou compleet, aangezien het worpen, klemtechnieken, wurgtechnieken, trappen, slagen, stoten, enzovoorts kent.
Regels van Sanda
Sanda is een vol contact competitie sport. Het sanda wordt beoefend in toernooien. Hierbij zijn bepaalde technieken die wel deel uitmaken van de zelfverdedigingskunst, zoals elleboogstoten, verwurgingen en armklemmen, niet toegestaan, met uitzondering van X-treme sanda. Verder is het mogelijk te winnen door de tegenstander uit de ring te laten belanden, wat bij zelfverdediging uiteraard een onbelangrijk criterium zou zijn. Oorspronkelijk hoort de ring of mat een platform van acht bij acht meter te zijn en zestig cm hoog. Dit stelt een berg of een dak van een gebouw voor. Toegestane technieken zijn stoten, trappen en worpen. Er kan ook gewonnen worden door K.O of op punten.
Sanda wordt beoefend met hoofd- en borstbescherming, scheenbeschermers, bitje en bokshandschoenen. Er is ook ‘X-treme’ sanda, dit is zonder borst-, hoofd- en scheenbeschermers. Hier zijn vaak ook knie- en elleboog technieken toegestaan.